Uit de praktijk: casus psychomotorische therapie

Door Alet Stenveld

Bij de aanmelding van Joris* vertellen ouders dat ze merken dat Joris al een lange tijd negatief over zichzelf kan denken en dat hij zelfvertrouwen mist. Ondanks dat hij van school is gewisseld en nu voltijd hoogbegaafdheidsonderwijs volgt is het zich moeten aanpassen, zijn prikkelgevoeligheid en grote rechtvaardigheidsgevoel die onderdeel lijken te zijn van de emotieregulatie problemen. Joris is 9 jaar als hij start met zijn PMT-traject. Hij wil graag anders leren omgaan met de boosheid die hij intens kan voelen en hij wil oefenen met positiever kijken en denken over zichzelf.

In de zaal gaan we aan de slag met verschillende sport- en spelactiviteiten waarin ik er voor kies om inspanning en ontspanning met elkaar af te wisselen. Zo kan Joris zijn energie kwijt maar is er ook tijd om stil te staan bij de vraag: wat voel ik in mijn lijf? Waar Joris start met reacties als; ik heb het heet of nu ben ik echt moe wordt het bewust voelen steeds meer uitgebreid en benoemt Joris meer details zoals; mijn hart gaat nu heel snel of ik voel spanning in mijn buik. Het valt mij op dat als ik Joris ondersteun met voorbeelden en passende vragen dat hij, ondanks zijn jonge leeftijd, heel goed in staat in om op zijn eigen denken, voelen en handelen te reflecteren.

Ik kan daardoor vlot de overgang naar de volgende stap maken, waarin we voelen en denken aan elkaar gaan koppelen: Als Joris de opdracht krijgt om vanuit de trampoline op de dikke mat te springen start hij vol energie en enthousiasme. Als ik de dikke mat steeds verder weghaal bij de trampoline, waardoor er een gat ontstaat waar hij overheen moet springen, gebeuren er verschillende dingen waar ik Joris actief spiegel en bevraag. Zo benoem ik bijvoorbeeld dat ik spanning zie in zijn schouders of dat het me opvalt dat hij steeds sneller gaat praten en harder gaat werken om het te laten lukken. Joris reageert met “ik wil gewoon dat het lukt!” Waar sommige hoogbegaafde kinderen weinig comfortabel hebben kunnen worden met de grenzen van hun kunnen en in het algemeen de motivatie verliezen, is dit bij Joris niet het geval. Hij is erg gemotiveerd om zijn doel te bereiken en wil niet opgeven.

Met zijn inzet en doorzettingsvermogen komt hij dan ook een heel eind, maar, dan gaat zijn lijf op de rem staan en ontstaat er een conflict tussen denken en voelen. Nu het gat echt groot is remt Joris af in de aanloop waardoor het springen niet goed meer lukt. De frustratie loopt zichtbaar op. We nemen even de tijd om op adem te komen. “Wat gebeurt er nu?” vraag ik en Joris zegt “in mijn hoofd lukte het eerst wel maar nu niet meer en mijn lijf werkt ook niet meer mee”. Als ik doorvraag blijkt Joris bang te zijn dat hij valt in het gat en zich heel erg zeer gaat doen. Dat is geen fijne gedachte en levert een gevoel van angst op.

We vragen ons samen af: wat kunnen we daaraan doen? Joris wil graag matjes neerleggen zodat hij zichzelf op kan vangen als het nodig is. Hoe voelt dat? Dat zorgt voor meer vertrouwen om grenzen te durven verleggen, en er ontstaat ook een draai in zijn manier van denken. Joris neemt een aanloop, springt en landt keurig op de dikke mat. “Yes, het is gelukt!” zegt Joris met een grijns op zijn gezicht: ”mijn hoofd dacht dat ik het niet kon maar dat is helemaal niet waar want ik kan het wel!”

Voor hoogbegaafde kinderen kan het leren bewust worden van signalen uit het lichaam soms een relatief groter leerproces zijn, omdat de cognitieve functies en de meta-cognitie relatief sterk ontwikkeld zijn. Het kind kan zich erg bezighouden met cognitieve doelen en denkprocessen, en heeft daarbij de lichamelijke signalen minder nodig. Zo wordt het zich minder bewust van deze signalen, terwijl het lichaam wél de emoties sterk blijft voelen. Er kan een conflict ontstaan in emotie en denken, waarbij het kind nog moet leren de lichamelijke signalen daarbij meer aandacht te gaan geven. Lichamelijke signalen zijn wellicht niet nodig voor het denkproces zelf maar zijn wel nodig voor het totaalplaatje waarin het denken en voelen samen komen.

Het verhaal van Joris is een mooi voorbeeld over hoe denken en voelen samen werken, hoe gedachten je tegen kunnen houden en hoe duidelijk het signaal van ons lijf kan zijn en zegt: “luister naar mij!”

*Naam gefingeerd

Volgende
Volgende

Mayke de Vreugd